Johannes
Hier sta ik dan in de schaduw van het lijden
Klem mij met beide handen vast
Aan het oude boek van profetieën
Uit wanhoop of vertwijfeling
Nu zeker nu hij zegt
Zij mijn moeder ik haar zoon
Dit kan niet mijn bestemming zijn
Ook zij verdraait het hoofd
Kijkt weg alsof zij vlucht
Vandaan zijn absolute falen
Een laatste poging in wanhoopskreet vervat
Zij mijn moeder ik haar zoon
Was ik een Brussels Ketje
Ik schimpte droog : Mon oeil
Jij hebt het helemaal verknoeid
Jouw waanzin heeft je neergehaald
Ik trap niet in de val van
Zij mijn moeder ik haar zoon
Het tocht op Golgotha
Het tocht op Golgotha
Het verstoort de walm
Van rottende lijken
Stervende lichamen
Het stinkt op Golgotha
De knokenberg is niet zijn plek
Hij trekt de mantel over de neus
Over het boek waarin de profetieën
Sterven is wat je hier moet doen
Pijnlijk traagjes
Misschien gaat ie toch maar beter
Met een afspraak naar de kapper
Kurkuma
Viervuldigheid volstaat
Om de lekkerste combinaties
Klaar te maken
Zout en peper zeker
Maar dat klinkt gewoontjes
Kurkuma jawel geheimzinnig gezond
Smaakmakerij van pure eenvoud
Met een dipje magere saus
Een beker gekoelde witte
Zou dat wat voor hem zijn
De Verlosser
Op een avond met die twaalf
Antonius
​
Zie de wijsheid roept
Het inzicht laat zijn stem horen
Boven op de hoogten langs de weg
Op het kruispunt van de paden heeft zij postgevat
​
Alleen Antonius zoekt mijn blik
Terwijl hij de woorden spreekt
Gebukt wat lastig en vermoeid
Van de lange tocht overheen het plateau
​
Vindt hij steun op de wandelstok en toont het boek:
Wijsheid is als twijfel en de muzen of
Als ik ooit eens vijf miuten tijd heb
De dichter knikt instemmend
​
​
​
​
​
Fjakr
​
Niet het boek met profetieën
We weet hoe vals ze zijn
Niet Exodus niet Numeri
Laat mij maar deze schop
​
Zodat ik werken kan wroeten
In de zware aarde de akker spitten
De winterbedden keren en vermengen
Met de lössleem uit het woud
​
Geloof mij ik weet echt wat het is
Straks oogst ik de vruchten van het veld
Het werk van beide handen
Een schotel overvloed op een bedje van genot
Laurentius
​
Het rood Laurent
Het rood staat je goed
​
Je bent ook groter dan de anderen
Dan Fjakr die kiest voor zijn buik
Dan Anton de prediker
​
Het rood Laurent
Het rood staat je goed
​
Jij hebt het boek niet nodig
Jij bent de profetie, men siddert
Wanneer je naar het koorhekken schrijdt
​
Het rood Laurent
Het rood staat je goed
​
Zijdezacht heel elegant
De herdersriem rondom de middel
Niet voor niets sta je vooraan
​
Het rood Laurent
Het rood staat je goed
​
​
​
​
​