Bierbeek, den 14 Nov 22

 

Zeer geachte Heer Burgemeester,

 

Verleden vrijdag hebben wij het geluk gehad mr. Langerock, den bouwmeester van onzen toren, in zijn huis aan te treffen. Lang hebben wij met hem over de herstellingswerken van onzen toren gesproken.

Het bestek van voor den oorlog is teruggevonden op de provinciale bureelen te Brussel; hij heeft het nu in zijn bezit; hij heeft het ons voorgelezen. Het beliep op 50000 fr. Nu zal hij naar de nieuwe tijdsomstandigheden een nieuw bestek moeten maken: weldra zal hij eraan beginnen. Het zal komen op 250000 fr.: 5 keeren den prijs van voor den oorlog.

De plannen voor de herstellingswerken van den toren zijn op zijne bureelen en ook op de provinciale bureelen te Brussel verloren gegaan. Men vermoedt dat zij gestolen zijn geweest. Gelukkiglijk hebben wij hier op de pastorij in een oude kaslade nog de plannen gevonden van de vier kanten van de toren; Mr. Langerock zal nu copijen van die plannen doen opmaken. De gemeenteraad zal er eene ontvangen en dan ook de provincie en de gouverneur. Want het schijnt dat de gouverneur en zijn plaatsvervanger alhier de arrondissementscommissaris veel in al deze zaken te zeggen hebben. De wedergevonden plannen zijn van al de noodige goedkeuringen reeds voorzien.

In geval wij nog moeten naar de toelagen van Staat en provincie moeten wachten, kunnen wij in ’t vooruitzicht van die toelagen (die toch eens moeten komen) eene leening aangaan. Zoo zegt Mr Langerock.

Indien de herstellingswerken nog langer moeten uitgesteld worden, dan stelt Mr. de architekt voor, de spil van den toren eenvoudig te laten staan, de beschadigde schaliën weg te nemen, en de bijzonderlijk den westerkant van de spil met carton bitumé te dekken. De spil wegnemen en op den toren een deksel leggen zou ten minste, naar Mr Langerock zegt, 10000 fr kosten.

Mag ik U vragen, zeer geachte Heer Burgemeester, het Schepencollege en den gemeenteraad op de hoogte te brengen van hetgene Mr Langerock mij gezegd en meegedeeld heeft.

Aanvaard, zeer achtbare Heer Burgemeester, de verzekering van mijne hoogachting en mijn zeer eerbiedige groeten,

(getekend)

Wlieberding

p. deken